Bij het MS Centrum Amsterdam werkt een groot team van onderzoekers met een grote diversiteit aan MS-expertises. We hebben één gezamenlijk doel en dat is een wereld zonder MS. Hiervoor is veel onderzoek nodig. We moeten de ziekte MS beter begrijpen. We moeten weten hoe ontsteking in de hersenen van mensen met MS ontstaat en waarom zenuwcellen verdwijnen. Pas als we de biologische processen begrijpen die een rol spelen bij de verschillende symptomen van MS, kunnen we behandelingen ontwikkelen die bij alle mensen met MS helpen. Ons onderzoek is onderverdeeld in de thema’s begrijpen en behandelen.
MS wordt veelal gezien als een ziekte van het afweersysteem dat zich tegen het brein keert (auto-immuniteit). Ontstekingscellen die normaal het lichaam beschermen tegen bacteriën en virussen, vallen bij MS het lichaamseigen myeline aan. Weefselonderzoek laat zien dat er al veranderingen zichtbaar zijn in hersenweefsel als er nog geen ontstekingscellen in de buurt zijn. Daarnaast vindt er bij MS afbraak van zenuwen plaats onder ontstekingsreactie. Door deze resultaten zijn er wetenschappers die geloven dat er bij MS iets mis gaat in het brein, waarna het afweersysteem ontregeld wordt.
Lees meer in het MS-magazine.
Bij het ontstaan van een laesie (beschadiging van hersenweefsel) zijn verschillende cellen betrokken. Als we weten welke cellen op welke wijze een rol spelen bij het ontstaan van een laesie, kunnen we behandelingen ontwikkelen die het ontstaan van een laesie voorkomen om zo de ziekte te stoppen. Het onderzoek richt zich op:
Lees meer in het MS-magazine.
We begrijpen de symptomen van MS onvoldoende. Daarom onderzoeken wij MS vanuit een netwerkperspectief. Het hersennetwerk bestaat uit hersengebieden (knooppunten) en verbindingen. Wij onderzoeken de werking van netwerkverbindingen om meer inzicht te krijgen in de klachten bij mensen met MS. De hersengebieden bij mensen met MS praten anders met elkaar dan bij mensen zonder MS. Door de nieuwste netwerktechnieken toe te passen, begrijpen we steeds beter dat een verstoring in een bepaald hersengebied invloed heeft op andere hersengebieden waarmee het getroffen gebied verbonden is. Welk effect heeft dat op het functioneren van het hersengebied en hoe kunnen we zorgen dat de veranderde communicatie geen klachten geeft? Recente inzichten wijzen vooral op de grote impact van schade in belangrijke hersenknooppunten (hubs), zoals de thalamus. Als dit gebied is aangedaan kunnen netwerkstoornissen ontstaan, wat zich uit in problemen met lopen en het denkvermogen. Kunnen we dit voorkomen met therapie?
We doen onderzoek naar verbeterde MRI-technieken om de diagnose MS sneller en betrouwbaarder te stellen. Daarnaast zoeken we MRI-maten en biomarkers in het bloed om het ziekteverloop te kunnen voorspellen. Ook innovaties als apps op mobiele telefoons, die bijvoorbeeld schubs proberen te voorspellen en vermoeidheid proberen te meten, nemen we mee in ons onderzoek.
Er komen steeds meer medicijnen op de markt voor MS, maar hoe weten we wat het beste helpt bij een bepaalde patiënt? Misschien moeten we in de toekomst wel aan een combinatie van therapieën gaan denken. Eén behandeling tegen ontsteking en één om de zenuwen te beschermen. Daarnaast geven de medicijnen soms ernstige bijwerkingen. Hoe we deze bijwerkingen op tijd kunnen vaststellen en kunnen behandelen, wordt ook onderzocht.
We doen onderzoek naar het verbeteren van de zorg aan mensen met MS via Valued Based Healthcare (VBH). Deze methode richt zich op het leveren en steeds verbeteren van zo goed mogelijke zorg die van waarde is voor de patiënt, maar waarbij ook gekeken wordt naar het reduceren van de zorgkosten.
Vermoeidheid kan al in de vroege fase van MS het dagelijks functioneren belemmeren. De oorzaak is onbekend en de behandeling met medicijnen is vaak niet bevredigend. Andere behandelingen moeten nog goed onderzocht worden. We onderzoeken of de vermoeidheidsklachten zijn weg te nemen met cognitieve gedragstherapie en vermoeidheidsbehandeling door de MS-verpleegkundige. Ook onderzoeken we hoe deze behandelingen precies werken door biomarkers in het bloed te meten.
Bij veel mensen met MS kost lopen veel energie. Dit komt voor een belangrijk deel doordat de afzet van de voet tijdens het lopen verminderd is. Er wordt onderzoek gedaan naar hulpmiddelen (spalken) of behandelingen die het beste bij de patiënt aansluiten, waardoor het lopen beter gaat en minder energie kost.
Problemen met cognitie, in het bijzonder geheugen-, aandachts- en
concentratieproblemen, komen voor bij 50 tot 60% van de mensen met MS. Cognitieve problemen hebben zeer ernstige gevolgen voor het dagelijks functioneren. Binnen het Expertisecentrum Cognitie van het MS Centrum Amsterdam doen we onderzoek naar de biologische processen die cognitieve problemen veroorzaken. Daarnaast onderzoeken we welke behandelingen het beste cognitieve klachten kunnen uitstellen of voorkomen.
Mensen met MS, die last hebben van zorgen en problemen en gevoelens van somberheid of angst ervaren, kunnen meedoen aan onderzoek via de internetcursus ‘Minder Zorgen’. De cursus duurt 5 weken, waarin stap voor stap geleerd wordt zorgen onder controle te krijgen, zicht te krijgen op wat belangrijk is in het leven en weer grip te krijgen op het leven. Deelname biedt de mogelijkheid zelf iets aan somberheidklachten te doen. Daarnaast kan deelname aan dit onderzoek bijdragen aan een mogelijke verbetering van
de zorg voor mensen met MS in de toekomst.
Veel mensen met MS krijgen te maken met slikproblemen. Naarmate de ernst van de ziektetoeneemt kan dit oplopen tot 90% van de mensen. Er is weinig kennis over de behandeling van slikproblemen bij MS. Wij onderzoeken of de behandeling met neuromusculaire elektrostimulatie (NMES) slikklachten kan verminderen.
Mensen met MS, maar ook mensen zonder MS, kunnen meedoen aan studies. Op de website van het MS Centrum Amsterdam staan de studies beschreven waarvoor deelnemers worden gezocht. Kijk op www.vumc.nl/meedoen
Wilt u op de hoogte blijven van het onderzoek van het MS Centrum Amsterdam? Schrijf u dan in voor de digitale nieuwsbrief. www.vumc.nl/mscentrumnieuwsbrief